Buiten je comfortzone begint de magie
Nieuwe dingen doen en leren gaat gepaard met gezonde spanning en soms ook met angst, vaak zodra je buiten je comfortzone komt. Het zal niemand vreemd in de oren klinken. Maar zoals ze zeggen: de magie is buiten je comfortzone. En ik hou van magie.
Vanuit de verre historie is ons brein ingesteld op gevaar. Ons brein zal ervoor zorgen dat we veilig blijven en op alle mogelijke manieren gevaren weghouden uit ons leven.
Als we heel klein zijn, werkt dat brein nog niet. We stappen onbevangen de wereld in en zien nergens gevaar. Maar onze omgeving ziet wel gevaar en leert ons om gevaar te zien. Soms ook gevaar dat er niet is, angst voor dingen waar ze zelf bang voor zijn.
“Doe je voorzichtig?”
Het is een vraag (veelal van een ouder) aan een kind, waarbij het kind geen idee heeft wat dat betekent. Wat is voorzichtig in de ogen van een kind? Wat doe je dan? Of niet? In elk geval weet je als kind dat je niets moet doen, waarmee je die ander boos maakt. Zonder te weten hoe.
In een (kinder-)brein ontstaan allemaal aannames en gedachten over veilig en voorzichtig, die vaak niet kloppen met de werkelijkheid. Veelal zijn dat de aannames en gedachten van de mensen die ons dat leerden. Die dat vaak ook weer van hun ouders/ omgeving hebben geleerd. Allemaal met de beste bedoelingen.
We blijven zitten waar we zitten, we blijven doen wat we doen. We zijn ons niet bewust van de aannames, die we maakten als kind over veilig en voorzichtig. Soms zoeken we de grens op, maar gaan er zelden overheen. Onderhuids zijn er belemmerende gedachten die zorgen dat we veilig blijven, in onze comfortzone.
Drie basis negatieve gedachten
Onderzoek heeft uitgewezen dat er drie basis negatieve gedachten zijn, die ons het meeste belemmeren. Dat zijn:
- Ik ben niet goed genoeg
- Ik mag geen fouten maken
- De wereld is een onveilige plek
De meesten van ons zullen er wel 1 herkennen en misschien wel 2 of 3. Daar is helemaal niks mis mee. Met jou en mij zijn er velen die deze gedachten herkennen. Gedachten die ervoor zorgen dat je jezelf klein houdt. En waar je verandering in aan kunt brengen.
Ik herken mezelf het meest in de laatste. Als heel klein meisje was ik niet echt bezig met veiligheid. Bij het iets groter worden veranderde dat door ervaringen van mezelf en door de mensen om me heen. Vooral niet praten met vreemde mensen.Ik voelde feilloos aan dat mensen beschadigd of onveilig waren. Ik werd zelf beschadigd. Het was alsof onveiligheid in mijn DNA zat. Ik deed de aanname dat het beter was om niet te laten zien wat ik voelde. Dan was ik veilig.
Alles mag er zijn
Dat het in mijn DNA zat, zag ik in een opstelling over mijn vraag over zichtbaarheid in grote groepen. Groepen vond ik al jaren behoorlijk indrukwekkend, vooral als ik nog niemand kende. Ik keek de kat uit de boom en hield me stil. Mezelf voorstellen benam me vaak de adem. Ik wilde dat zo graag anders en ook weten waarom ik zo reageerde.
In de opstelling zag ik de onveiligheid van mijn ouders en van mijn voorouders. Mishandeling, misbruik, ongewenste zwangerschappen, oorlog, verstoting, het zat (en zit) allemaal in mijn verre familielijn. Al vele generaties was veiligheid een thema en ongemerkt werd dat van generatie op generatie doorgegeven. Soms door een gebeurtenis, vaker door een gevoel. Door de opstelling kon ik het zien en helen. Het doorgeven kon stoppen.
Sindsdien is er veel veranderd. Groepen zijn veel minder spannend en ik vind het nu zelfs gaaf om zelf met groepen te werken en nieuwe mensen te leren kennen. Mijn veiligheid zit in mij en betekent juist laten zien wat ik voel. Alles mag er zijn.
Hee hallo, ben je daar weer….
Als ik nieuwe dingen ga doen, komt dat gevoel van onveiligheid vaak nog even om de hoek kijken. Het bezig zijn met mijn zichtbaarheid als coach vraagt om buiten mijn comfortzone te gaan. En dan zijn ze daar: de gedachten die zeggen dat ik het niet moet doen, dat ik teleurgesteld zal worden, dat ik voorzichtig moet zijn. Blijf maar mooi in de schaduw, dat is lekker veilig.
Nou heb ik geen hekel aan schaduw. Ik zit er graag in en ik werk er ook graag mee, maar in de schaduw blijven in geen optie. Voor mij betekent me veilig voelen, dat ik ruimte maak voor wat ik voel en werk met mijn schaduw, mijn gedachten en aannames. Werken met mijn schaduw heeft er o.a. voor gezorgd dat ik de gedachten herken en dat ze er mogen zijn. Vanzelf gaat dat de ene keer wat gemakkelijker dan de andere keer, maar dat hoort erbij.
Als mijn gedachten er mogen zijn zonder dat ik er iets mee hoef, dan verdwijnen ze weer. Ik hoef ze niet vast te houden of te volgen. Ik zie voor me dat ik ze op een wolk of op een blaadje in rivier zet. Als mijn gedachten er niet mogen zijn, ontstaat er een gevecht vanbinnen. Net zoals je een bal onder water probeert te duwen, die dan toch naar boven komt, zo komen die lastige gedachten ook weer terug. De ruimte die ontstaat als er geen gevecht meer is, zorgt ervoor dat je nieuwe dingen durft te gaan doen, buiten je comfortzone. Daar waar het leven begint.
Buiten je comfortzone kun je nieuwe ervaringen opdoen en je ontwikkelen. Daarvan krijg je zelfvertrouwen en zelfkennis. Je neemt de verantwoordelijkheid over je leven. De magie kan beginnen. Daarbij hoort dat je faalt en terugvalt. Falen bestaat eigenlijk niet. Je leert. Over jezelf en het leven.
Je leert te leven.